Blijf op de hoogte

Bottransplantatie verhoogt kwaliteit van leven

Transplantatie van hart, longen of hoornvlies is bij veel mensen wel bekend. Veel minder geldt dat voor de transplantatie van bot- en peesweefsel. Terwijl dat toch vrij algemeen voorkomt. Orthopedisch chirurg dr. Stephan Vehmeijer, verbonden aan het Reinier de Graaf Gasthuis te Delft, en dr. Daphne Thijssen-Timmer, directeur van BISLIFE, onderstrepen het belang van deze transplantaties.

Wat is het belang van bottransplantatie?

Vehmeijer: “Als voorbeeld: bij iemand die voor de tweede keer een kunstheup krijgt, zie je vaak dat er sprake is van botverlies. Waar vroeger bot zat, is het nu weg. Dat kun je vervangen door metaal, maar ook door donorbot. Dat kan bot van overleden mensen zijn, of van mensen die het hebben afgestaan. Het botweefsel bevat geen levende cellen meer op het moment dat je het transplanteert, maar het eigen lichaam gebruikt het donorbot als een soort matrix. Het groeit als het ware door het donorbot heen en zo ontstaat weer lichaamseigen bot op plekken waar geen bot meer was. Het komt ook voor dat grote stukken bot worden getransplanteerd. Vaak is er dan ook nog peesweefsel aanwezig en dat wordt gebruikt om de spieren aan te hechten.

Een andere toepassing is om spaanders van donorbot als het ware te gebruiken als spalk bij (gecompliceerde) botbreuken. Zo zijn er legio voorbeelden van toepassingen. In feite wordt bottransplantatie vrij algemeen toegepast. Groot voordeel is dat je niet te maken krijgt met mogelijke afstotingsreacties, zoals bij orgaantransplantaties het geval kan zijn.” Thijssen: “Bij een bottransplantatie in het geval van een tumor kan de transplantatie het verschil maken tussen een amputatie en het behoud van een arm of been. Pezen zijn essentieel voor de beweeglijkheid en kunnen invaliditeit helpen voorkomen. Het zijn voorbeelden om te laten zien dat deze transplantaties met name belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven.”

Er valt nog wel iets aan de awareness van het belang van botdonatie te verbeteren

Thijssen: “Zeker. Bij het woord donor denkt iedereen onmiddellijk aan organen en levensreddende operaties. Bij weefsel is dat soms het geval, maar heel vaak niet. Voor ‘onze’ patiënten gaat het meestal om een sterke verbetering van de kwaliteit van leven. Onze uitnameteams bestaan uit specialisten die verschillende typen weefsels kunnen uitnemen bij dezelfde donor. Bijvoorbeeld hartkleppen, bloedvaten, hoornvliezen, maar ook ribkraakbeen, grote botstukken en peesweefsel. Eén donor kan zo veel verschillende patiënten helpen.”

Hoe verhoudt het aanbod zich tot de vraag?

“Het aantal weefseldonoren loopt terug. De vraag naar met name peesweefsel stijgt. In het donorregister kun je per weefseltype aangeven wat je wil doneren en uiteraard moedigen wij mensen aan om dat te doen.”

Hoe ontwikkelt uw expertise zich?

“We werken met speciale uitnameteams. Het zijn professionele teams die continu worden opgeleid en geschoold. Ze zijn 24/7 bereikbaar, want je weet immers nooit wanneer iemand overlijdt. De uitgenomen weefsels worden naar verschillende weefselbanken in het land gebracht. BISLIFE is als botbank verantwoordelijk voor opslag en bewerking van bot- en peesweefsel. We bemiddelen ook weefsel uit andere landen wanneer er in Nederland bijvoorbeeld geen geschikt transplantaat voorhanden is. Een transplantaat kan een enorme route afleggen, met verschillende keuringsmomenten om de kwaliteit te blijven waarborgen.”

Gerelateerde artikelen

Voor mensen met een lichamelijke handicap is de afhankelijkheid van hulpverleners vaak een extra beperking. De keuze voor een geschikte woning en woonvorm is voor hen dan ook een gecompliceerde…

Belgische wetenschappers van KU Leuven hebben een manier gevonden om tegelijkertijd botaanmaak te stimuleren en botafbraak te verminderen. Deze bevindingen bieden nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen tegen…

Marianne van der Zalm was net de vijftig gepasseerd toen bij haar osteoporose werd geconstateerd, een skeletaandoening waarbij brozere botten de kans op botbreuken vergroten. Volgens schattingen van het Rijksinstituut…

Jan Troost (59) is geboren met Osteogenesis Imperfecta. Openhartig vertelt hij over zijn leven met de aandoening. Wanneer werd Osteogenesis Imperfecta bij je gediagnosticeerd? “Bij mijn geboorte werd aanvankelijk gedacht…

Marie (86) heeft al een aantal jaren hele slechte knieën. Of de problemen die ze heeft het gevolg zijn van artrose is nog niet geheel duidelijk. “Als gepensioneerd elektrotechnisch ingenieur…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.