Blijf op de hoogte

Hand- en polschirurgie: een vak apart

Van alle mensen die de Eerste Hulp van een ziekenhuis in Nederland bezoeken heeft een op de drie letsel aan de hand of de pols. In een ideale situatie zou er een gespecialiseerde hand- of polschirurg aanwezig of in ieder geval oproepbaar moeten zijn. Alleen dan kunnen letsels zo worden behandeld dat de kans op herstel zo optimaal mogelijk is.

Extra kennis en ervaring vereist

In Nederland is hand- en polschirurgie (nog) geen erkend specialisme. Veel opleidingen tot medisch specialist en chirurg besteden maar weinig aandacht aan dit specifieke deelgebied. Alleen de opleiding tot plastisch chirurg besteedt relatief veel aandacht aan dit specialisme. “Zo’n dertig tot veertig procent van de tijd van de zesjarige opleiding wordt besteed aan hand- en polschirurgie”, vertelt prof. dr. René van der Hulst, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Plastische Chirurgie. “Maar dat betekent niet dat iedereen die deze opleiding heeft gevolgd ook daadwerkelijk in staat is om een complexe hand- of polsoperatie of -reconstructie te doen. Dat vereist extra kennis en ervaring.”

Het belang van verdere specialisatie

Voor die kennis en ervaring is verdere specialisatie noodzakelijk. In Nederland kunnen specialisten een fellowship gespecialiseerde hand-, pols- en zenuwchirurgie volgen. Maar ook buitenlandse centra bieden deze mogelijkheid. Wie voor het Europese handexamen slaagt, mag zich ‘European Certified Hand Surgeon’ noemen. Prof. dr. Henk Coert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie werkte in het kader van zijn geaccrediteerde vervolgopleiding in het New York University Medical Center en MountSinai. Dergelijke grote medische centra bieden dankzij de concentratie van zorg unieke opleidingskansen en uitstekende en hoogwaardige zorg voor patiënten.

Centra voor hand- en polschirurgie

Frankrijk heeft bijvoorbeeld een speciaal noodnummer voor ernstig hand- of polstrauma. Als daarvan sprake is, is er één centraal nummer dat artsen of ambulance-medewerkers kunnen bellen. Via dat nummer wordt contact gelegd met het dichtstbijzijnde gespecialiseerde centrum. Op het moment dat de ambulance daar aankomt, staat het handteam al klaar. Coert is groot voorstander van dergelijke centra waar alle kennis en kunde aanwezig is. Nederland kan dan in, bijvoorbeeld, vier of vijf stukken worden opgedeeld waardoor het altijd mogelijk is om binnen maximaal één uur in een van de centra te zijn. “Op die manier behouden handchirurgen en hun teams voldoende ervaring. Dat is immers juist van groot belang voor de kwaliteit van de zorg.”

Multidisciplinaire teams in de zorg

Voor andere operatieve behandelingen gelden al minimum aantallen. Het zou goed zijn als dit ook voor hand- en polschirurgie zou worden ingevoerd. “Handchirurgen en teams die deze operaties vaak uitvoeren, krijgen steeds meer ervaring waardoor betere resultaten kunnen worden behaald.” Dat hand- en polschirurgie nog geen erkend specialisme is, wil overigens niet zeggen dat in Nederland geen goede zorg wordt geboden. Van der Hulst heeft goede ervaring met multidisciplinaire teams waarbinnen plastisch chirurgen, orthopeden en handtherapeuten samenwerken om zo optimale zorg te kunnen bieden. “Doordat de diverse teamleden een andere invalshoek hebben, vullen zij elkaar aan. Ik ben overtuigd dat ook op die wijze uitstekende resultaten worden behaald.”

Gerelateerde artikelen

Voor mensen met een lichamelijke handicap is de afhankelijkheid van hulpverleners vaak een extra beperking. De keuze voor een geschikte woning en woonvorm is voor hen dan ook een gecompliceerde…

Belgische wetenschappers van KU Leuven hebben een manier gevonden om tegelijkertijd botaanmaak te stimuleren en botafbraak te verminderen. Deze bevindingen bieden nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen tegen…

Marianne van der Zalm was net de vijftig gepasseerd toen bij haar osteoporose werd geconstateerd, een skeletaandoening waarbij brozere botten de kans op botbreuken vergroten. Volgens schattingen van het Rijksinstituut…

Jan Troost (59) is geboren met Osteogenesis Imperfecta. Openhartig vertelt hij over zijn leven met de aandoening. Wanneer werd Osteogenesis Imperfecta bij je gediagnosticeerd? “Bij mijn geboorte werd aanvankelijk gedacht…

Marie (86) heeft al een aantal jaren hele slechte knieën. Of de problemen die ze heeft het gevolg zijn van artrose is nog niet geheel duidelijk. “Als gepensioneerd elektrotechnisch ingenieur…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.