Kunnen noten helpen tegen hart- en vaatziekten?

Dat noten goed voor je zijn, is een welbekend gegeven. Maar dat ze ook kunnen helpen tegen cardiovasculaire ziekten was nog niet bekend. Dat blijkt uit onderzoek, recent gepubliceerd in the Journal of the American College of Cardiology.

Meer dan 210.000 mensen

Voor hun onderzoek bestudeerden de wetenschappers meer dan 210.000 mensen die hadden deelgenomen aan the Nurses’ Health Study I, II of the Health Professionals Follow-up Study. Allen werden ze 32 jaar gevolgd, waarbij elke twee jaar informatie over hun gezondheid en levensstijl werd verzameld door middel van een vragenlijst. Zij moesten onder andere hun notenconsumptie kenbaar maken.

De onderzoekers focusten zich op grote cardiovasculaire ziektebeelden, ofwel hartinfarcten, beroertes en fatale hart- en vaatziekten. Ook bekeken ze de totale verbreiding van coronaire hartziekten, ofwel fatale of niet-fatale hartinfarcten en beroertes.

Gedurende de studieperiode ontwikkelden 14.136 deelnemers cardiovasculaire ziekten, waarvan 8.390 coronaire hartziekten en 5.910 beroertes.

Noten en cardiovasculaire ziekten

Uiteindelijk ontdekten de wetenschappers een verband tussen de totale notenconsumptie en het risico op cardiovasculaire en coronaire hartziekten. Hoe meer noten iemand consumeerde, hoe lager de kans dat hij of zij een ziekte zou ontwikkelen.

Walnoten, pinda’s en boomnoten

Met name walnoten bleken goed te zijn voor de cardiovasculaire gezondheid. Deelnemers die twee of drie keer per week walnoten aten, liepen 19 procent minder risico op cardiovasculaire ziekten en 21 procent minder kans op een coronaire hartziekte.

De consumptie van pinda’s voor ten minste twee dagen per week kon worden verbonden aan 13 procent minder risico op cardiovasculaire ziekten en 15 procent minder kans op coronaire hartziekten. Voor boomnoten als amandelen en hazelnoten waren deze percentages respectievelijk 15 en 23 procent.

Deelnemers die ten minste vijf keer per week noten aten, hadden 14 procent minder kans om een cardiovasculaire ziekte te ontwikkelen en liepen 20 procent minder risico op een coronaire hartziekte.