Wat is er aan de hand bij RSI?

RSI (Repetitive Strain Injury) is de verzamelnaam voor aandoeningen die verschillende klachten kunnen geven aan onder meer schouder, nek, elleboog en pols. De meest gehoorde symptomen zijn pijn, coördinatieproblemen, krachtverlies en stijfheid. “Sommige mensen kunnen hun haar niet meer kammen, hun bh niet meer dicht krijgen of hun koffiekopje niet meer vasthouden”, schetst hoogleraar Beroepsziekten Monique Frings-Dresen. “Het werkt enorm beperkend, niet alleen in je werk, maar ook in je privéleven.”
Wat is de oorzaak van RSI?
Wat er precies in het lichaam gebeurt waardoor RSI ontstaat, is volgens Frings-Dresen nog niet helemaal duidelijk; er zijn verschillende hypotheses. Duidelijk is dat de klachten ontstaan door vaak dezelfde bewegingen te maken. Ook langdurig in dezelfde – verkeerde – houding werken en veel kracht zetten zijn belangrijke risicofactoren.” RSI komt vooral voor bij mensen die achter een beeldscherm werken. “De muis is daarbij de grootste boosdoener”, geeft Frings-Dresen aan. “Maar ook bijvoorbeeld inpakkers die aan de lopende band constant dezelfde handelingen verrichten, of bij uitbeners van vlees komen relatief veel RSI-klachten voor.”
Doordat in het verleden veel aandacht voor RSI is geweest, wordt het tegenwoordig sneller erkend en herkend. “Er wordt gelukkig veel advies gegeven op de werkplek en mensen wachten minder lang met actie ondernemen”, merkt Frings-Dresen op. “Daardoor kunnen de klachten gedeeltelijk worden voorkomen en komen er minder nieuwe gevallen bij. Maar zolang de pc er is en er andere beeldschermapparaten bijkomen, blijft RSI bestaan”.
Multidisciplinaire behandeling chronische klachten
Omdat de risicofactoren duidelijk zijn, is het ook duidelijk wat je kunt doen om RSI te voorkomen, of – als het toch te ver is gekomen – te verminderen. Frings-Dresen pleit voor een multidisciplinaire aanpak bij chronische klachten. “Natuurlijk is het prima om naar een fysiotherapeut te gaan voor je klachten”, bevestigt ze. “Maar daarnaast moet je ook je werkplek aanpakken met behulp van bijvoorbeeld een ergonoom of je bedrijfsarts. En verder is afwisseling het sleutelwoord; muizen kun je bijvoorbeeld met je linker- en dan weer met je rechterhand doen. Dat is even oefenen, maar het is te doen. Ook is het goed om de muis af te wisselen met een muispen of andere hulpmiddelen. En af en toe even stoppen met je werk en een rondje lopen, werkt ook prima. Je ziet, het zijn relatief eenvoudige oplossingen, het is alleen een kwestie van gedrag. Maar dat is nu juist het meest lastig om te veranderen.”
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking