Meer inzichten in risico op uveïtis bij jeugdreuma
Genetische factoren spelen een rol bij het risico voor patiënten met jeugdreuma om uveitis (een ernstige oogontsteking) te ontwikkelingen. Dit biedt mogelijkheden om juist dié patiënten te selecteren voor frequente controles door de oogarts waarbij het risico het hoogst is. Dit is een van de conclusies in het proefschrift van Anne-Mieke Haasnoot die donderdag 1 maart in Utrecht promoveerde.
Verhoogde bezinkingswaarde van rode bloedcellen
In het promotieonderzoek werd onder andere gevonden dat een verhoogde bezinkingswaarde van rode bloedcellen in het bloed van kinderen met jeugdreuma het risico op uveïtis kan voorspellen. Omdat de bezinkingswaarde toch al wordt gemeten door de kinderreumatoloog, kan deze biomarker mogelijk gebruikt worden in de praktijk om de juiste patiënten te selecteren. Ook vonden de onderzoekers in een genoom brede associatiestudie bij meisjes (en niet bij jongens) met jeugdreuma een DNA-variatie met een sterk voorspellende waarde voor het (al dan niet) ontwikkelen van uveïtis.
Biomarkers
Haasnoot: “Kinderen met jeugdreuma worden nu vier keer per jaar preventief op oogontsteking onderzocht. Echter bij twee op de drie patiënten is deze intensieve en belastende controle waarschijnlijk overbodig. Tot voor kort wisten we echter niet bij wélke patiënten de frequentie van controle omlaag zou kunnen. De nieuwe klinische voorspellers geven ons een beter inzicht in de hoog en laag risicopatiënten en kunnen bijdragen aan een behandeling op maat. Met name voor de DNA-test zal het nog enkele jaren duren voordat deze routinematig kan worden toegepast.”
Jeugdreuma en uveïtis
Jeugdreuma is een verzamelnaam voor gewrichtsontstekingen bij kinderen en die bij 1 op 1000 voor komt. Ongeveer één derde van de kinderen met jeugdreuma krijgt uveïtis, met vaak oogschade en een verminderde levenskwaliteit tot gevolg. In Nederland lijden 20.000 mensen aan uveïtis, waarvan 2.000 kinderen. Tien procent van alle blindheid wordt veroorzaakt door uveïtis, terwijl de aandoening vaak goed behandelbaar is.
Bron: UMC Utrecht
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking