Transmurale zorg bij atriumfibrilleren

Patiënten met atriumfibrilleren (AF) zijn gebaat bij een zo compleet mogelijk pakket aan zorg met een nauwelijks merkbare scheiding tussen de eerste en de tweede lijn. Martin Hemels, projectleider van het door de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie geïnitieerde project NVVC Connect AF, legt uit hoe specialisten en huisartsen nader tot elkaar kunnen komen in het optimaliseren van de zorg, in het bijzonder de antistollingszorg bij atriumfibrilleren.
Wat houdt transmurale atriumfibrillerenzorg in?
“Korte lijnen tussen huisartsen en specialisten. Er moet altijd ruimte zijn voor overleg, mits in de juiste mate. Dat betekent dus dat medisch professionals uit de eerste en tweede lijn elkaar beter moeten leren begrijpen en dat er vertrouwd moet worden op elkaars kennis en kunde. Het samenwerkingsverband moet als het ware een kruisbestuiving zijn door middel van kennisoverdracht. Ik vergelijk dergelijke samenwerkingsverbanden met hartteams die vaak in ziekenhuizen al bestaan, waar cardiologen, hartchirurgen, internisten en steeds vaker ook neurologen of specialisten ouderengeneeskunde aan deelnemen om complexe, gemeenschappelijke, patiënten te bespreken.
Daar moeten in de huidige tijd ook huisartsen in worden betrokken. Met name bij complexe patiënten, zoals bijvoorbeeld oudere patiënten met meerdere aandoeningen, is een wekelijks of maandelijks multidisciplinair overleg van grote toegevoegde waarde voor zowel de patiënt als de professionals. Met name de antistollingszorg wordt steeds complexer. Bij gebruik van vitamine K-antagonisten kan natuurlijk altijd worden teruggegrepen op de trombosedienst voor overleg, maar wanneer een patiënt een NOAC/DOAC (niet-vitamine-K antagonerende orale anticoagulantia) gebruikt, kan het erg prettig zijn als een huisarts even kan overleggen met bijvoorbeeld een cardioloog of vasculair internist.”
Hoe kunnen de eerste en tweede lijn deze samenwerking inrichten?
“Ketenoptimalisatie vindt het effectiefst plaats wanneer de verbinding wordt gezocht met zorgpartners in de regio. Om samen te komen tot regionale afspraken om processen op elkaar af te stemmen kunnen de Landelijke Transmurale Afspraken (LTA) als uitgangspunt worden genomen. Wanneer volgens universele richtlijnen, oftewel Regionale Transmurale Afspraken (RTA), wordt samengewerkt kan worden nagestreefd om aan iedere hartpatiënt op de juiste plek op het juiste moment de juiste zorg te verlenen. Dit valt of staat bij continue, heldere communicatie tussen de eerste en tweede lijn. Ook evaluatie en toetsing van de gestelde richtlijnen blijft van het grootste belang. Dit moeten huisartsen en specialisten gezamenlijk vormgeven.”
Hoe willen jullie met het project bijdragen aan betere antistollingszorg?
“De insteek van het project NVVC Connect AF is om zorg voor AF-patiënten transmuraal en multidisciplinair beter in te richten, omdat er een sterk groeiende patiëntenpopulatie is met een complex ziektebeeld. Door de krachten te bundelen en kennis met elkaar te delen, kan de zorg voor patiënten optimaal worden ingevuld. In verschillende regio’s vormen we werkgroepen die bestaan uit vertegenwoordigers van huisartsen, cardiologen en medewerkers van de trombosedienst.
Samen kunnen zij tot transmurale afspraken op regionaal niveau komen. We merken gelukkig dat de onderlinge contacten tussen specialisten en huisartsen steeds beter worden en dat de afstand tussen de eerste en tweede lijn al aan het verminderen is. Wij vinden dat de patiënt de zorg idealiter dichtbij huis moet ontvangen. Dan is het prettig dat de kennis van medisch specialisten kan worden overgeheveld naar een huisarts of praktijkondersteuner, zodat de zorg die dichtbij huis wordt geleverd ook optimaal is.”
Meer informatie
NVVC Connect
nvvcconnect.nl
connect@nvvc.nl
Reactie
31-05-2017, om 10:10u op halfjaarlijkse controle bij de Cardioloog zijn, na eerst een ECG-filmpje, bloeddruk, gewicht en lengte gemeten te hebben naar de Cardioloog, nu was de Cardiologe die ik normaal bezoek ziek en kreeg ik een plaatsvervangende Cardioloog, die keek op zijn monitor met hele grote ogen en zei: u gaat nu onmiddellijk naar de EHBO hartbewaking, dus op een stoeltje geplaatst met twee verpleegsters naar de EHBO, dus ik??, protocol meneer, wat bleek: mijn hartslag was 147, bovendruk199 onderdruk 107en op de EHBO allerlei handelingen verricht en bloed afgenomen, daarna een gesprek met een andere Cardioloog en Neuroloog, vervolgens bracht de Anesthesist een kapje op mijn neus/mond, diep adem halen en ik onderzeil tijdens mijn 'roesje' een cardioversie ( een elektrische optater) toe, niks van gevoeld dus, toen was mijn hartritme weer constant, naar huis gegaan, Bespreking Het betreft een 75-jarige man bekend met hypertensie en frequente supraventriculaire extrasystolen. Patiënt wordt gepresenteerd met paroxysmaal atriumfibrilleren op het ECG. Het lichamelijk onderzoek toont een snelle en irregulaire pols. Het ECG toont atriumfibrilleren met een snelle volgfrequentie. Het lab is verder niet afwijkend. Concluderend is er sprake van sinds 4-5 dagen bestaand paroxysmaal atriumfibrilleren. Er werd besloten tot een elektrocardioversie. Deze was succesvol na 1x100J. De enalapril werd verhoogd naar 20mg 1dd1 in verband met hoge bloeddrukken gemeten alhier. Er werd een poliklinische controle afspraak afgesproken over 6 weken. In verband met tijdelijk dubbelzien werd de neurologie in consult gevraagd bij tevens een voorgeschiedenis van TIA's. Deze wilde ter uitsluiting van een mogelijke cerebrale bloeding bij passagere diplopie en gebruik van dabigatran een CT-cerebrum verrichten. Hierop was geen bloeding te zien. Het huidige medicamenteuze beleid werd voortgezet. Werd ik thuis gebeld door het JBZ of ik even weer teug wilden komen ze wilde nog een CT-Scan maken van mijn hoofd, want ik had tijdens het gesprek met de Cardioloog 'n uur dubbel gezien, dus weer terug na de scan zei de Neuroloog: u heeft een kleine Tia gehad, (mijn 6e intussen) maar omdat u Pradaxa bloedverdunners' gebruikt, die zijn heel heftig, is uw bloedpropje gelijk weer opgelost, als u een andere bloedverdunner had gebruikt dan had u een beroerte gehad, dus over 6 weken weer terug naar de Cardioloog, Verrichting : CT Cerebrum Vergeleken met voorgaand onderzoek van 26 januari 2007. Normaal foramen magnum. Normaal hersenstam. Open basale cisternen. Symmetrisch, licht verwijd ventrikelsysteem met vergroving van het gyrus sulcuspatroon, passend bij enige mate van atrofie. Normale grijze-witte stof differentiatie. Geen verplaatsing van mediane structuren. Geen intracerebrale bloeding. Bekende oude ischemische veranderingen beiderzijds frontaal, links meer dan rechts. Geen aanwijzingen voor verse ischemie. Normaal beeld van de orbitae. Status na cataractextractie links. Intacte ossale structuren. Heldere sinussen en mastoïdcellen. Conclusie: Geen intracerebrale bloeding. Geen aanwijzingen voor verse ischemie.
Plaats een opmerking