Met naastbetrokkenen gestructureerd werken aan herstel
Op een systematische en professionele manier met de cliënt en zijn of haar naasten werken, is erg belangrijk voor het herstel in de breedste zin van het woord. Dit kan door steungroepen ofwel resourcegroepen te creëren. Die werkwijze staat bekend als RACT. “Met deze werkwijze kunnen wij een stap verder gaan in het activeren van en samenwerken met betrokkenen. Ook bevordert RACT destigmatisering, het delen van de verantwoordelijkheid in de behandeling en de eigen regie”, vertelt Henriette Cuperus, psychiater bij Antes. “Het maakt mensen minder afhankelijk van hulpverlening.”
Is die omgeving wel bereid zo nauw betrokken te zijn?
Verpleegkundig specialist Marianne van de Linde: “Soms is, door voorvallen uit het verleden, afstand ontstaan. Dan zijn mensen boos of teleurgesteld. Zij moeten de gelegenheid krijgen om hun verhaal te doen. Door met hen in gesprek te gaan, leg je het eerste contact. Daarna kun je werken aan herstel van de relatie. In de meeste gevallen ontstaat uiteindelijk wederzijds begrip en willen mensen graag betrokken worden bij het herstelproces. De behandelaar kan het contact leggen en begeleiden, maar het is de cliënt die beslist of iemand uiteindelijk betrokken wordt bij zo’n traject.”
Cuperus: “De cliënt kiest zijn eigen resourcegroep. Daarna wordt gezamen-lijk een plan gemaakt. De leden krijgen uitleg over het ziektebeeld en het herstelproces. Met die informatie weten zij beter wat zij kunnen doen om de cliënt vooruit te helpen. Voordeel is ook dat wie nauw betrokken is bij de cliënt, sneller signalen opvangt wanneer er eventueel iets niet goed gaat. Door binnen de groep afspraken te maken wie wanneer wat doet, kan er snel hulp geboden worden.”
Wie begeleidt de cliënt en de groep?
Van de Linde: “Dat zijn speciaal opgeleide ggz-medewerkers die beschikken over veel expertise. Bij Antes trainen wij medewerkers onder meer hoe goed om te gaan met naastbetrokkenen. Om dit werk te kunnen doen, moet je goed zien wat er speelt, rekening houden met alle belanghebbenden en proactief zijn, zonder de regie over te nemen. Deze ligt bij de cliënt. Het is echt een samenwerkingsrelatie.”
Hoe verloopt zo’n traject in een resourcegroep?
Cuperus: “De cliënt bepaalt de korte- en langetermijndoelen. Binnen de groep wordt besproken wat mogelijke hindernissen zijn om die doelen te realiseren en wie welke hulp kan bieden om die problemen te overwinnen. Om de drie maanden komt de hele groep bijeen om te bespreken welke doelen zijn bereikt, wat nieuwe doelen zijn en wat er goed en niet goed gaat. In de tussentijd heeft de cliënt, zeker in het begin, regelmatig contact met zijn behandelaar en zijn begeleider. De begeleider blijft betrokken bij de groep zolang de specialistische ggz-begeleiding nodig is voor het herstel. Het uiteindelijke doel van het traject is dat de cliënt weer zelfstandig, eventueel met ondersteuning van de basis-ggz, de praktijkondersteuner van de huisarts of sociale wijkteams, zijn leven vorm kan geven. Een ander doel is dat de sociale structuur om de cliënt heen zo sterk wordt dat hij of zij, indien nodig, kan terugvallen op dat vangnet.”
Reactie
"De behandelaar kan het contact leggen en begeleiden, maar het is de cliënt die beslist of iemand uiteindelijk betrokken wordt bij zo’n traject.” Dat moet andersom. Eerst vraag je aan de client of die wil, dat er met de familie, vervreemde kennissen of wie dan ook wordt gesproken, en of de client daarbij wil zijn, ja of nee. Volledig doorspreken als dat niet altijd kan. Daarna leg je contact. Ook is het belangrijk, dat niemand anders dan client met de hulpverlener spreekt, behalve wanneer het in het belang van client is mondelinge of schriftelijke vragen van derden te beantwoorden. Dat moet de client zwart op wit krijgen en er moet een mogelijkheid zijn, de behandelaar eraan te houden. Pas nadat client de schriftelijk gestelde vragen en de te geven antwoorden met de behandelaar heeft afgestemd, mag er teruggeschreven worden. Er wordt overal maar gedaan alsof het vanzelf spreekt, dat er achter de rug van de client met derden over hem/haar wordt gesproken. Handig en efficient om als hulpverlener snel je lijstje te kunnen afwerken, maar kan heel rot uitpakken. Niet voor de hulpverlener, die krijgt toch wel betaald, maar de ravage die dat bij client kan achterlaten, kan diegene verder terugwerpen dan voor het begin van de hulpverlening/behandeling. Psychopathische moeders, om maar iets te noemen, komen net zo vaak voor als psychopathische vaders alleen zijn ze beter in staat om zichzelf als zorgzame persoon te camoufleren. Daarom denkt iedereen dat er minder psychopathische vrouwen dan mannen zijn. Ze krijgen zelfs coaching van jongs af hoe zich overtuigend als gevoelig vrouwspersoon op te stellen conform het standaardplaatje, immers. Veel clienten met een onopvallende psychopaat als ouder lijden aan stockholm syndroom en worden zich pas na hun 40e bewust van het feit dat het probleem niet zijzelf zijn, maar hun opgegroeid zijn in een gezin met een psychopaat aan het hoofd die niet als zodanig is opgevallen, en die ze al die tijd is blijven saboteren. Doordat dat type ouder, vooral de vrouwen, zorgt nooit in de buurt te komen van een hulpverlener tenzij ze zeker weten, door van tevoren aftasten, dat ze diegene om hun vinger kunnen winden. Dan wordt diegene prompt ingezet om het "geesteszieke" kind nog een tandje verder te marginaliseren, liefst schriftelijk zodat het overal "legitiem" kan worden ingezet, zoals bij interventies en onterven. Wanneer je met een client uit een dergelijke achtergrond te maken hebt, kan diegene zelf trekken vertonen, die niet bij de aangeboren aard passen, maar die wel antipathie opwekken. Plus dus een dossier hebben, dat niet-serieus nemen aanmoedigt alsmede achter hun rug over ze praten en kleinerend gedrag. Zij reageren daar angstig en verslagen op, bijna altijd secundair, en geloven vaak zelf dat er van alles niet aan ze deugt, maar voelen daar tegelijkertijd nog steeds verzet tegen, en terecht. Ook moet er rekening mee worden gehouden, dat dat soort families vaak als sekte opereren en diegene constant blijven achtervolgen door de omgeving in de gaten te houden en nieuwe mensen af te tasten. Als zij geschikt lijken, worden zij opgehitst om mee te kletsen, kleineren en isoleren. Als zij ongeschikt lijken, worden zowel zij als de client tegen elkaar opgestookt. Client moet geisoleerd blijven want er mogen geen positieve sociale ervaringen zijn, die geven maar zelfvertrouwen en opstandigheid, en dan ligt maatschappelijk succes en het bewijs, dat het niet aan client ligt, op de loer, dat moet voorkomen worden volgens je rechtgeaarde psychopaat-ouder. Er zouden dingen in het protocol moeten zitten die deze mogelijkheid uitsluiten, zover als dat kan. Anders word je als hulpverlener ongewild de handlanger van de psychopaat-ouder en kun je op een bepaald moment niet meer terug als je begint te twijfelen, dan heb je jezelf klemgezet doordat de psychopaat-ouder altijd probeert, je op de een of andere manier te committeren, in die positie te brengen dus. Dan ga je zelfs, in het uiterste geval, tegen beter weten in de psychopaat-ouder helpen, bewijzen in het voordeel van client te voorkomen/vernietigen. Is echt wel vertoond. Hulpverleners zijn ook maar mensen met een gezin en het hemd is nader dan de rok.
Plaats een opmerking