Sociale netwerken van belang voor neurologische resultaten
Er bestaat een verband tussen gezondheidsgewoonten binnen het sociale netwerk van een patiënt en het niveau van neurologische handicap van die persoon. Dit toont nieuw onderzoek van het Brigham and Women’s Hospital (BWM) aan, gepubliceerd in Nature Communications.
Neurologische test
Het verband is aangetoond op basis van data van het Genes and Environment in Multiple Sclerosis (GEMS)-project, waarvoor neuroloog Amar Dhand en zijn team een assessmenttool voor sociale netwerken hebben ontwikkeld. Voor het project is input verzameld van 1.493 mensen met een risico op multiple sclerose (MS). Hen werd gevraagd een korte vragenlijst in te vullen om neurologische beperkingen van verschillende vermogens te beoordelen, waaronder lopen, het gebruik van armen en handen, gezicht- en spraakvermogen, slikken, cognitie, gevoel en de darm- en blaasfunctie.
Biologie of omgevingsfactoren?
Daarnaast heeft het team een overzicht gemaakt van het sociale netwerk van iedere deelnemer, waarbij het team de gezondheidsgewoonten rondom iedere deelnemer in kaart bracht, waaronder bewegen, roken en doktersbezoeken. Hieruit bleek dat de gezondheidsgewoonten van de mensen uit iemands sociale netwerk sterk gelinkt zijn aan de zelf-gerapporteerde neurologische beperkingen van die persoon.
Dhand: “We zien een sterke relatie tussen de gezondheidsgewoonten van mensen in het sociale netwerk van een patiënt en de resultaten die van belang zijn voor artsen gespecialiseerd in multiple sclerose. Deze relatie mag niet worden genegeerd wanneer men een persoon met neurologische beperkingen onderzoekt. We moeten ons dan afvragen: ‘is het risico van deze persoon puur biologisch of wordt hij of zij beïnvloed door de gezonde of ongezonde leefstijl van mensen om hem of haar heen?”
Invloed van sociale netwerken
Omdat het project nog relatief jong is – de deelnemers staan minder dan vijf jaar ingeschreven bij het project – zijn Dhand en zijn collega’s van plan de invloed van sociale netwerken van deelnemers, evenals de genetische risicofactoren en andere omgevingsfactoren op de ontwikkeling van symptomen van MS te blijven beoordelen. “We denken dat er een verband is tussen sociale netwerken en neuro-immunologische functies, en zijn van plan om te kijken welke sociale netwerkfuncties gerelateerd zijn aan ziektegevoeligheid”, besluit Dhand.
Reactie
mijn oudste dochter heeft ook al jaren ms .zij heeft veel last van haar darmen en moet zich elke dag cateteren normaal kan zij niet plassen,met de ontlasting heeft zij ook veel problemen,zij heeft ook veel last van aangezichtspijn, de ene dag kan zij goed lopen ,de andere dag slechter ,zij heeft ook last van tintelingen, zij is ook afhankelijk van een scootmobiel om zich te verplaatsen ,,zij staat wel onder een behandeling van een neuroloog,
Plaats een opmerking