Terugval in angststoornis komt vaak voor

In Nederland krijgt 1 op de 5 mensen ooit een angststoornis. Angststoornissen kunnen zo beperkend zijn dat mensen niet meer kunnen werken, aan huis gekluisterd zijn of sociaal geïsoleerd raken. Mensen met angststoornissen slikken vaak antidepressiva. Als zij na herstel van hun angststoornis proberen te stoppen met deze pillen hebben ze een hoge kans op terugkeer van klachten, ook als ze daar cognitief-gedragstherapeutische begeleiding bij krijgen. Dit zijn de resultaten van een onderzoek van Willemijn Scholten, psychotherapeut en onderzoeker bij GGZ inGeest en de afdeling psychiatrie van VUmc.
Dat het stoppen met antidepressiva meer terugval geeft dan het blijven slikken van deze pillen blijkt ook uit een overzichtsstudie en meta-analyse van dezelfde afdeling. Het gezaghebbende British Medical Journal (BMJ) publiceerde deze week de resultaten die implicaties hebben voor de behandelrichtlijnen voor angststoornissen wereldwijd.
Terugval verminderd?
Het komt vaak voor dat mensen die antidepressiva gebruiken voor een angststoornis deze pillen na herstel willen afbouwen, dikwijls vanwege bijwerkingen. De kans op terugval is groot en daarom is de beslissing om de antidepressiva af te bouwen vaak een dilemma voor de mensen die het betreft en hun artsen. Scholten onderzocht of de terugval verminderd kon worden. Ze liet mensen antidepressiva afbouwen met behulp van een cognitief-gedragstherapeutisch terugvalpreventieprogramma dat bestond uit 8 groepsbijeenkomsten onder begeleiding van een psycholoog en een psychiater en vergeleek dit met afbouw van antidepressiva onder begeleiding van een psychiater/arts zonder dit terugvalpreventieprogramma.
Geen effect
Het terugvalpreventieprogramma had echter geen effect, de terugval was in beide groepen even hoog. Van de 87 deelnemers kreeg bijna twee derde binnen een jaar weer een angststoornis of men kreeg een depressie. Bovendien lukte het slechts 37 procent van de mensen om de pillen helemaal af te bouwen. De deelnemers waren mensen die gemiddeld een paar jaar antidepressiva slikten, maar ook gemiddeld al een paar jaar klachtenvrij waren.
Meta-analyse
Voor de meta-analyse naar terugval bij afbouw van antidepressiva zijn 28 dubbelblinde, placebo-gecontroleerde, gerandomiseerde klinische trials geanalyseerd. Mensen met angststoornissen werden eerst behandeld met een antidepressivum. De mensen die goed opknapten door de antidepressiva kregen vervolgens willekeurig ofwel nog steeds de antidepressiva voorgeschreven, ofwel een placebo.
Patiënten die overschakelden op placebo hadden binnen 1 jaar een grotere kans op terugval dan patiënten die antidepressiva bleven gebruiken. Van de patiënten die stopten, viel 36 procent binnen 1 jaar terug, terwijl 16 procent van de patiënten die antidepressiva bleven slikken te maken kreeg met terugkerende klachten. Deze resultaten laten zien dat het gebruik van antidepressiva tot 1 jaar een effectieve manier is om terugval te voorkomen bij mensen met angststoornissen. Of het blijven gebruiken van antidepressiva na die tijd ook nog effectief is, is nog onbekend. Dit gebrek aan bewijs moet niet worden opgevat als expliciet advies om antidepressiva af te bouwen na de periode van 1 jaar, zoals nu wel wordt geadviseerd in behandelrichtlijnen.
Angststoornissen hardnekkig dan gedacht
“Angststoornissen zijn hardnekkiger dan we dachten. De kans op terugval is hoog en het afbouwen van antidepressiva blijkt lastig,” zegt Willemijn Scholten naar aanleiding van haar onderzoek. Terugvalpreventie is van belang bij mensen die de medicatie uiteindelijk toch willen afbouwen, vanwege kans op terugval. Tot op heden is hiervoor echter nog geen effectieve terugvalpreventie behandeling beschikbaar in de GGZ.
Reactie
In de bijna 30 jaar dat ik patiënten met OCS begeleid is mij duidelijk geworden dat een blijvend resultaat met daaraan gekoppeld sociaal maatschappelijk functioneren door enkel CGT nihil is en sterker nog de machteloosheid over het geloof in herstel desastreus kunnen zijn. Het inzetten van Antidepressiva bij OCS lijkt vooralsnog de enige weg te zijn om de Obsessies te reduceren en met dat effect de Compulsies in remissie te krijgen. Dit is ook nog afhankelijk van de oorzakelijke verbanden die een OCS ontwikkelen. Zo lijkt een PTSS de meest hardnekkige oorzaak te zijn die zeer gevoelig zijn voor een Recidief na behandeling van een OCS met CGT en Antidepressiva. Een Recidief na het het stoppen met enkel CGT lijkt vele malen minder als men de behandeling met Antidepressiva Niet staakt ! Een Recidief na het stoppen met Antidepressiva maar met het doorzetten van de CGT is vele malen groter dan bij het enkel staken met Antdepressiva. Het staken van de behandeling van OCS met het staken van zowel de Antidepressiva alsmede de CGT geeft een haadt aan zekerheid grenzende kans op een Recidief van de OCS. Zolang er geen nieuwe medicatie ontwikkeld is die de chemische processen die bij een OCS verstoort blijvend herstellen is mijn ziens de enige mogelijkheid om patiënten met een sociaal invaliderende aandoening, hetgeen een OCS is, blijvend te behandelen met een Antidepressivum om een acceptabele sociaal maatschappelijk functioneren te bereiken en te behouden. Het is wel een mogelijkheid dat na het bereiken van dit aanvaardbaar functioneren de dosering Antidepressiva vermindert kan worden. Echter is dit geen zekerheid en per patient verschillend en is de kwaliteit van beleving van de patiënt bepalend. Uiteraard is een multimodale Anamnese voorafgaande de behandeling een bepalende factor om de OCS te kunnen classifiseren en een behandelplan te bepalen met duidelijke doelstellingen en evaluatie momenten. Leendert van der Meer Voorzitter ESAD Ervaringsdeskundige Fobieën & Obsessieve Compulsieve Stoornissen.
Plaats een opmerking