Meer actieve donorregistratie nodig

“Toen ik in 2010 in de Kamer kwam, stond orgaandonatie als belangrijk punt in het D66-verkiezingsprogramma en heb ik dat meteen op de politieke agenda gezet. Voor het televisieprogramma Vinger aan de Pols sprak ik met een zestienjarige meisje met taaislijmziekte.
Dat had grote impact op mij. Ze had nieuwe longen nodig, maar die waren er niet. Die lange wachtlijsten aanpakken – er wachten meer dan 1000 mensen op een orgaan – én diegene aanspreken die wel donor willen worden, maar zich om wat voor reden dan ook nog niet hebben geregistreerd, dát is mijn doel.
Nu is van 60 procent van de mensen geen keuze bekend, en moeten de nabestaanden de keuze voor hen maken. In september bracht ik mijn wet voor actieve donorregistratie in stemming. Het was ongelofelijk spannend, ik wist: elke stem telt. Bij de hoofdelijke stemming werd met één stem verschil de wet aangenomen.
Daarna barstte in de samenleving een hevige discussie los. Ik heb nog nooit eerder meegemaakt dat een onderwerp waarmee ik mij in de politiek bezighield, zo leeft.
Honderden mails, waaronder ook boze, maar ook mensen op straat die een duim naar me omhoogstaken: “Zo goed dat deze wet erdoor is!” Soms klinkt het verwijt dat in ‘Den Haag’ wetten worden gemaakt waar het veld niet op zit te wachten. Hier is dat anders.
De artsen die op de intensive care werken en dagelijks de nabestaanden om een zeer moeilijk besluit moeten vragen, zien grote verbetering in dit voorstel. Ook in de samenleving is een meerderheid voor actieve donorregistratie.
Het draagvlak is er dus. Ik hoop dan ook dat de Eerste Kamer de laatste stap durft te zetten. Zodat mensen zelf gaan over hun donorregistratie, en niet hun nabestaanden voor hen moeten besluiten.”
Gastbijdrage van Pia Dijkstra, Tweede Kamerlid namens D66.
Reactie
Steeds meer mensen zijn zich bewust dat orgaandonatie na het overlijden diep bedrog is. Orgaandonatie vindt namelijk niet plaats ná het overlijden maar na de hartdood of na de hersendood. En tussen twee deze mogelijkheden bevindt zich een wereld van verschil. Inmiddels heeft de Minister deze informatie opgenomen op de website orgaandonatie.nu maar nog niet in het donorregister. Daarmee pleegt zij nog steeds intens bedrog naar de burgers van Nederland. De informatie die op de website van orgaandonatie.nu wordt gegeven over deze twee verschillende vormen van orgaandonatie rammelt aan alle kanten. Het kan zo zijn dat iemand wel wil doneren na de hartdood, maar niet na de hersendood en die keuzemogelijkheid is er nu niet. Orgaandonatie na de hartdood vindt plaats nadat de laatste adem is uitgeblazen. Dan wordt er vijf minuten no-touch aangehouden omdat dat volgens het Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie garandeert dat u hersendood bent als de uitname-operatie begint. Daar is overigens nergens bewijslast voor te vinden. In Italië neemt men 20 minuten in acht, in Zwitserland tien minuten en in Australië slechts twee minuten. De Nederlandse Hartstichting vermeldt op haar website dat er binnen vier tot zes minuten na de hartstilstand schade kan gaan ontstaan aan de organen, het starten van reanimatie binnen deze periode geeft de beste kans op volledig herstel. Ook deze patiënten kunnen als orgaandonor worden gebruikt. Het zijn dus niet alleen patiënten met ernstig hersenletsel die na de hartdood worden ingezet als donor. Orgaandonatie na de hersendood vindt plaats als u juridisch bent doodverklaard, maar nog volledig leeft. U wordt kunstmatig in leven gehouden en het krijgen van volledige narcose tijdens de uitname-operatie is een rad van avontuur. In ieder geval krijgt u een spierverslapper, dit is om te voorkomen dat de donor beweegt, de spieren verkrampt of grimassen gaat vertonen. Daarnaast kan er een pijnstiller worden gegeven en mogelijk een bewustzijnverlagend middel. Maar dat is niet voorgeschreven. Artsen die pro-orgaandonatie zijn beweren dat u niets meer voelt of bemerkt. Er zijn ook artsen die het tegengestelde beweren en juist waarschuwen dat de donor zonder volledige narcose aan extreme pijn kan worden blootgesteld. Naast de bewegingen die de donor kan maken is bekend dat bij het opensnijden de hartslag en de bloeddruk omhoog kan gaan. Ook wordt er gesproken over het vrijkomen van stresshormonen. Al deze signalen wijzen erop dat een donor nog wel degelijk iets kan meekrijgen van wat er met hem of haar gebeurt. Ook hier geldt dat er geen bewijslast bestaat die aantoont dat u niets bemerkt. Artsen kunnen veilig beweren dat u niets meer kan bemerken, want de mensen die het is overkomen kunnen nooit meer het tegendeel komen vertellen. Ik zet mij in voor verdere helderheid bij orgaan- of weefseldonatie. De eerste stap is nu het donorregister. De keuze “ik stem in met orgaandonatie na het overlijden” moet worden gewijzigd in “ik stem in met orgaandonatie na A. de hartdood of B. de hersendood”. Maak je keus in het register zelf. Laat dat nooit aan een ander over. Ook je NEE kan je beter vooraf vastleggen.
Plaats een opmerking