Blijf op de hoogte

PTSS behandelen met beeldende therapie

Een onderzoek naar de werking van beeldende therapie bij vluchtelingen met een posttraumatisch-stresssyndroom levert veelbelovend resultaat op. Meer mensen hielden de therapie vol. Voor Susan van Hooren, bijzonder hoogleraar Vaktherapie aan de OU, is dit een kleine, maar belangrijke eerste stap, die uitnodigt tot vervolgonderzoek.

Bij vaktherapie worden allerlei non-verbale middelen methodisch ingezet. Dat gebeurt via muziek, spel of drama, en dit onderzoek met tekenen, schilderen en collages maken. Susan van Hooren: ‘Vaktherapeuten zien zelf dat hun behandelmethode effect heeft, maar het is nog te weinig aangetoond met onderzoek. Daarom is de beschrijving van deze interventie een belangrijke eerste stap.’

Hogere therapietrouw

Het gaat om een onderzoek met negen vluchtelingen met PTSS van Karin Schouten, onder de paraplu van samenwerkingsverband KenVak. Schouten werkt als beeldend therapeut met traumapatiënten. Ze deed literatuuronderzoek en ontwikkelde de interventie die ze nu nauwkeurig heeft beschreven. De therapieacceptatie door deze patiënten lijkt groter dan bij andere traumatherapievormen, zoals EMDR (oogknipperen) en cognitieve gedragstherapie. ‘Driekwart van de cliënten hield deze therapie vol. Meestal haakt de helft af’, zegt Van Hooren, coauteur van dit onderzoek.

Vluchtelingen

Taal schiet soms tekort, zeker bij traumabehandeling. Niet alleen kan het te zwaar zijn om trauma’s te verwoorden, voor sommige groepen is dit bijna niet mogelijk. Vluchtelingen lopen tegen een taalbarrière en cultuurverschillen aan. En ook voor kleine kinderen, mensen met een verstandelijke beperking en dementerenden is ‘praten’ een drempel. Van Hooren: ‘Vaktherapie is breed inzetbaar, voor deze groepen, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die erg geneigd zijn tot rationaliseren.’

PTSS onder de loep genomen | Mijn Gezondheidsgids
Lees ook: PTSS onder de loep genomen

Groter gevoel van controle

In de onderzochte interventie doorloopt de cliënt in twaalf sessies drie fasen. In de stabilisatiefase werkt de therapeut met de cliënt aan stressreductie en een groter gevoel van controle over de situatie door positieve en negatieve herinneringen te verbeelden. Van Hooren: ‘Die balans is belangrijk. Mensen maken bijvoorbeeld een collage waarin ze een landschap verbeelden dat voor hen een veilige plek betekent.’

In de tweede, traumagerichte fase worden de items verder uitgewerkt. Praten over de afbeeldingen mag, maar hóeft niet. ‘Het gaat erom dat de persoon controle houdt en het eigen tempo kan bepalen.’ In de derde fase gaat het ten slotte om “betekenisverlening”: verleden, heden en toekomst worden opnieuw met behulp van beeldend werk in een context geplaatst.

Bron: OU

Gerelateerde artikelen

Deelnemers aan de moderne arbeidsmarkt kunnen niet simpelweg achterover leunen. Een baan voor het leven bestaat niet meer en functieomschrijvingen en verwachtingen lijken iedere vijf jaar te veranderen. In een…

1 op de 20 artsen heeft te maken met een afhankelijkheid van alcohol en iets meer dan de helft drinkt twee of meer keer per week. Dat blijkt uit een…

Haast iedereen kent wel de vervelende pijn na het stoten van de elleboog of de grote teen. Juist omdat we dit weten proberen we deze vorm van acute pijn het…

Waar eerdere onderzoeken uitwijzen dan extra bewegen helpt tegen eenzaamheid, lijkt dit effect te niet worden gedaan bij een lichamelijke beperking. Dat melden onderzoeker van de Open Universiteit (OU). “Logisch…

Psychische aandoeningen staan bovenaan de Wereldgezondheidslijst van de meest invaliderende ziekten ter wereld. De levenslange aandoeningen beïnvloeden elk aspect van iemands leven, en dat van hun naasten. Husseini Manji, Global…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.