Mensen met een beperking tellen ook mee
Overal aan meedoen, het lijkt in ons land een vanzelfsprekendheid. Maar voor mensen met een beperking gaat dat niet altijd op. Of beter, gaat dat nóg niet altijd op. Ze ervaren nog veel drempels.
Soms letterlijk bij het betreden van een gebouw. Soms omdat er barrières zijn bij het volgen van een opleiding of het vinden van werk. De campagne Nederland Onbeperkt wil ervoor zorgen dat participatie van deze groep mensen de gewoonste zaak van de wereld wordt, ook op de werkvloer.
Leven met een beperking
Het motto van de campagne Nederland Onbeperkt is ‘Zo ver zijn we gekomen. En we willen door.’ Initiatiefnemer Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) wil ermee zeggen dat er in Nederland al veel is bereikt. Dankzij zorg is het leven van mensen met een beperking al flink verbeterd. Maar om een volwaardig leven te kunnen leiden, is volgens VGN-directeur Frank Bluiminck meer nodig. “Mensen met een beperking hebben net als ieder ander behoefte aan nieuwe ervaringen, leren, sporten, uitgaan en werk.”
In Nederland hebben ongeveer 2,2 miljoen mensen een beperking en het spectrum is breed. Er zijn mensen met een fysieke beperking en mensen met een verstandelijke beperking, mensen met aangeboren en niet-aangeboren handicaps, beperkingen die qua ernst kunnen variëren van licht tot zwaar. Maar mensen met een beperking zijn óók hoogleraar of advocaat.
Het is Jette Kleinsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, of Nik van Hoogstraten, een jongeman die op 2-jarige leeftijd een hersenbeschadiging opliep en nu zelfstandig ondernemer wil worden. En Nederland Onbeperkt is natuurlijk Esther Vergeer, de zevenvoudig Paralympisch rolstoeltennis-kampioene die als boegbeeld afgelopen oktober de aftrap voor de campagne gaf.
Krachtige mensen met ambitie
Het doel van Nederland Onbeperkt is mensen met een beperking zichtbaar maken, laten zien wat ze kunnen én wat ze nodig hebben. Op hun website en social media beschrijven ze hun alledaagse werkelijkheid. Over het vinden van een woning, opleiding of baan. Ook berichten ze over toegankelijkheid van openbaar vervoer of gebouwen, over de ingewikkeldheid van en betutteling bij (her)keuringen en zorgaanvragen.
Wat opvalt; het gaat om krachtige mensen met een ambitie, die net als ieder ander een zo normaal mogelijk leven willen leiden. Voor die ambities zijn volgens ambassadeur Vergeer vanzelfsprekend aanpassingen nodig. “De campagne is een appèl aan de samenleving om daaraan mee te werken.”
Wat het bijeenbrengen van werelden kan versnellen is het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat Nederland in 2016 heeft geratificeerd. Sinds vorig jaar hebben mensen met een beperking wettelijk recht op een toegankelijke samenleving waaronder recht op een plek in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Bluiminck is er blij mee. “Het verdrag houdt de politiek bij de les en kan als een trampoline werken, waardoor het makkelijker wordt stappen te bereiken in de vorm van begeleiding naar onderwijs en werk.”
Het belang van werk
Wat een baan is voor volwassen en een school voor studenten, dat is dagbesteding en werk voor mensen met een beperking. Het is een bron van zingeving, een plek waar je vaardigheden leert, waar je ‘dank je wel’ en ‘goed gedaan’ hoort. Waarom de doorsnee Nederlander bij werknemers niet aan mensen met een beperking denkt, ligt volgens Vergeer aan onwetendheid en vooroordelen. Gehandicapte mensen worden dikwijls gezien als personen die ziek zijn. Dat zijn ze niet. “Daarom is het zo belangrijk dat mensen met een beperking zélf hun stem laten horen. Anders worden ze over het hoofd gezien.”
De weg naar werk ligt voor gehandicapten nog vol met hindernissen. Die beginnen al in het onderwijs. Door gebrekkige begeleiding vallen leerlingen met een beperking op reguliere scholen vaak uit. Ze halen geen startkwalificatie wat funest is voor hun loopbaan. Halen ze die wel, dan gaan gemeenten er dikwijls onterecht vanuit dat ze na hun opleiding zelf wel in staat zijn aan werk te komen. Ook dit leidt tot onnodig thuiszitten.
Voor volwassenen met een beperking zijn bij het UWV en gemeentelijke participatieloketten de procedures en informatie om (weer) aan het werk te komen vaak te ingewikkeld. De economische crisis heeft eveneens de arbeidsmarktpositie van mensen met een beperking verzwakt.
Te midden van al die blokkades ziet de VGN-directeur ook hoopvolle ontwikkelingen. Zoals de opmars van een nieuw soort college, een onderwijsinstelling waarvan de eindbestemming een baan is en de route een beroepsopleiding. Het onderwijs is gericht op de potentie van leerlingen en de resultaten zijn veelbelovend. “Negentig procent van de leerlingen haalt een of meerdere deelcertificaten, zestig procent vindt een reguliere baan. Een investering die zich dubbeldik terugverdient.”
Als schoolvoorbeeld op de werkvloer noemt Bluiminck een groot levensmiddelen concern, dat mensen met een beperking een plek op de werkvoer geeft. Dit bedrijf wil daar een succes van maken, door deze werknemers goed te begeleiden. Klanten waarderen die inspanning van de supermarktketen. De autistische jongen die op de millimeter nauwkeurig weet waar alle producten zich bevinden, wordt node gemist als hij een keer ziek is.
Creativiteit in plaats van quota
De VGN-directeur ziet in de politiek ook progressie. In Zeeland hebben zorgorganisaties en gemeenten de handen ineen geslagen onder het motto Zeeland Onbeperkt. Ze denken samen na over beschut en aangepast werk in de publieke sector. De hoop is dat andere provincies ook Onbeperkt worden. In verkiezingsprogramma’s treft Bluiminck meer aandacht aan voor mensen met een beperking en leest hij met voldoening over loonkostensubsidie en meer beschermende werkplekken.
Nederland Onbeperkt duurt nog tot en met maart 2018, wanneer er gemeenteraadsverkiezingen zijn. Gemeenten spelen een belangrijke rol in de zorg en begeleiding. Is een fair quotum voor gehandicapten op de Nederlandse werkvloer een goed einddoel? Bluiminck is er niet voor.
Quota roepen vaak Hollandse recalcitrantie op: we doen het lekker niet. De campagne is juist een aanmoediging aan bedrijven en de publieke sector zich creatief open te stellen voor mensen met een beperking. “We streven naar een omkering van de norm. Dat het in de nabije toekomst juist gek is als er geen mensen met een beperking op de werkvloer zijn.”
Ook Vergeer ziet niets in een opgelegde regel. “De beste uitkomst van de campagne zou zijn dat mensen met een handicap het gevoel hebben dat ze ertoe doen. Dat ze gezien en gehoord worden als mensen met ambities, die ze kenbaar durven maken.”
“En laten we niet vergeten dat mensen met een beperking bijzondere kwaliteiten hebben,” vult Bluiminck aan. “Waar zij aanwezig zijn, onthaast de wereld een beetje en wordt de omgeving zachter. Dat klinkt zweverig, maar werd recentelijk weer bevestigd. Bij een gemeentelijk dienst waar regelmatig ordeproblemen waren, liet men mensen met een beperking glaasjes water uitdelen aan wachtenden. Het ongeduld was meteen voorbij.”
Reactie
Ook de zorgsector mag wel meer bijdragen dan dat er tot nu toe wordt gedaan. De overheid wil graag dat deze mensen onder de "normale" mensen komen, maar de instantie waar deze mensen wonen, bepaalt de instantie vaak bij wie ze wel een bij wie ze niet "op de koffie" mogen komen.
ik zou graag willen weten hoe het kan en mag dat iedereen zomaar goed gekeurd word door criminele instanties als Arbo-Unie en het UWV?
Plaats een opmerking