Blijf op de hoogte

Naar een beter imago van werken in de ouderenzorg

De hele dag mensen wassen, een laag salaris en weinig baanzekerheid – werken in de ouderenzorg heeft geen goed imago. Nu de overheid meer geld voor de verpleeghuiszorg heeft uitgetrokken en de regie steeds meer van het management naar de praktijkmedewerker gaat, lijkt dit beeld echter voorzichtig te kantelen.

Geen correct beeld

“Te weinig mensen kiezen momenteel voor een opleiding in de ouderenzorg. Ik vermoed dat de slechte reputatie van het beroep daar wel mee te maken heeft”, zegt Cees de Wildt van ActiZ, branchevereniging voor zorgorganisaties. Wat klopt er van dat imago?

De Wildt denkt dat de meeste mensen geen correct beeld hebben van wat het werk precies inhoudt. In de ouderenzorg draait het, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, al lang niet meer om billen wassen en mensen op piekmomenten in en uit bed krijgen. Tegenwoordig staat het verbeteren van de kwaliteit van leven van ouderen veel meer centraal. Een ander veelgehoord idee is dat er in de zorg geen werkzekerheid is.

Volgens De Wildt is dat beeld heel strijdig met de werkelijkheid, want de komende jaren komt er juist heel veel werk beschikbaar. Begrijpelijk vindt hij het wel, want door de strenge bezuinigingen in het verleden zijn er veel ontslagen gevallen op de lagere niveaus binnen de ouderenzorg.

Ouderenzorg | Mijn Gezondheidsgids
Lees ook: Het geluksmodel in de ouderenzorg

Met alle gevolgen van dien. “Nu komt iedereen tot de conclusie dat de bezuinigingen veel te ver zijn gegaan en dat extra budget nodig is om die mensen weer terug te halen. Dat gaat er nu gelukkig ook komen.” Afgelopen juli werd bekend dat verpleeghuizen vanaf 2018 elk jaar 435 miljoen euro krijgen voor het aannemen van meer personeel. Het extra geld is hard nodig om de werkdruk te verlagen, want op dit moment zijn er te weinig mensen om de benodigde zorg te kunnen leveren.

Met het geld kunnen niet alleen meer banen worden gecreëerd, maar kunnen ook bestaande vacatures worden vervuld. Vanwege het arbeidstekort in de zorg blijven veel plekken nu openstaan, waardoor een beroep moet worden gedaan op het personeel om extra diensten te draaien.

“Op tijdelijke basis kan dat wel, maar die situatie duurt nu te lang”, waarschuwt De Wildt. Om het werken in de ouderenzorg verder te verbeteren werd afgelopen juli de Arbeidsmarktagenda 2023 gepresenteerd, een samenwerkingsverband tussen de overheid en organisaties uit de ouderenzorg.

Regie bij de professional

Het extra budget zou het slechte imago van werken in de ouderenzorg wel eens een positieve impuls kunnen geven. Een tweede factor die daaraan kan bijdragen, is de groeiende aandacht voor bewegingen als radicale vernieuwing en het Rijnlands model, waarbij de verantwoordelijkheid in verpleeghuizen steeds meer bij medewerkers ligt in plaats van bij het bestuur.

“Hoe maak ik het cliënten de laatste periode van hun leven naar de zin? Dat is waar het in de ouderenzorg om draait. Dat kunnen medewerkers alleen zelf organiseren als ze eigenaarschap over het zorgproces hebben”, licht Jaap Peters toe, expert op het gebied van het Rijnlands gedachtegoed.

In het Rijnlands model wordt horizontaal georganiseerd en is de organisatie in handen van professionals in plaats van managers. Bij een verticale organisatie is daarentegen sprake van een hiërarchische structuur, met bovenaan een manager die vertelt wat de medewerkers onderaan moeten doen. Voor de ouderenzorg is die manier van werken achterhaald, geeft Peters aan.

“Medewerkers geven aan dat ze zelf beslissingen moeten kunnen nemen om het cliënten naar de zin te maken.” De Wildt herkent deze beweging. Hij merkt dat het denken over ouderenzorg de afgelopen jaren is veranderd en dat aansluiten bij wensen en behoeften van cliënten een steeds belangrijker aspect van het werk is geworden.

“Dat legt de regie bij de professionals, die kunnen kijken wat er nodig is om de kwaliteit van leven van een specifieke cliënt op een zo goed mogelijk niveau te krijgen. Zij zijn de mensen die in contact staan met de cliënten, hen kennen en kunnen beoordelen wat ze nodig hebben.”

Preventieve ouderenzorg | Mijn Gezondheidsgids
Lees ook het artikel over preventieve ouderenzorg

Industriële Revolutie

De overgang naar een horizontale organisatie in de ouderenzorg wordt door medewerkers dus omarmd, maar Peters ziet in de praktijk vaak dat ze niet goed weten waar te beginnen. Hij merkt op dat het in de eerste plaats belangrijk is om mensen uit te leggen hoe het oude organiseren eruitziet en waar het vandaan komt.

Al sinds de Industriële Revolutie zijn mensen gewend om te werken in een hiërarchische structuur, met leidinggevenden die hen vertellen wat te doen. “De wereld is inmiddels sterk veranderd, maar wij richten organisaties nog net zo in als honderd jaar geleden.”

Door zorgprofessionals bewust te maken van deze situatie, leren ze dat het ook anders kan. De volgende stap is mensen leren om ‘denken’ en ‘doen’ weer te integreren, zodat ze zelf kunnen gaan sturen. Het doorbreken van bepaalde patronen kan lastig zijn, erkent Peters.

Zolang zorgprofessionals iemand anders als hoofd zien, zullen ze nooit zelf zaken gaan organiseren, omdat ze het idee hebben dat ze daar een leidinggevende voor hebben. “Er moet dus echt een andere mindset worden gecreëerd, waarbij mensen inzien dat organisaties niet iets tastbaars zijn, maar alleen in hun hoofd zitten.”

Waardig en trots

Zelfs als zorgprofessionals eenmaal doorhebben dat zij degenen zijn die eigenaarschap hebben over het zorgproces, blijft het soms lastig routines, zoals vaste eet- en slaaptijden, los te laten, weet Peters. “Veel van de regels die in hun hoofd zitten zijn bedachte regels, waar ze erg aan vasthouden.”

Om het transitieproces te laten slagen, is het belangrijk dat alle lagen binnen een organisatie erbij betrokken worden: niet alleen de zorgprofessionals, maar ook de managers, de cliënten, de cliëntenraad, de inspectie, de ondernemingsraad en de ondersteunende diensten.

Op welke termijn kan de omslag gemeengoed zijn? Het duurt nog wel even voordat alle medewerkers de regie hebben genomen, denkt Peters, want er zijn veel verpleeghuizen in Nederland en de toekomst is niet overal tegelijk. Maar, nuanceert hij, het is een proces dat relatief snel kan verlopen, omdat er aan iets wordt geappelleerd wat alle medewerkers graag willen.

Het zou mooi zijn als het imago van de ouderenzorg mee kantelt met deze omslag, maar het belangrijkste is uiteraard dat dat positieve beeld ook wordt weerspiegeld in de dagelijkse praktijk, benadrukt Peters. “Het gaat erom dat cliënten zich waardig voelen en dat zorgverleners trots zijn op wat ze doen.”

Ouderenzorg in Nederland | Mijn Gezondheidsgids
Nederland: de allrounder in ouderenzorg

Gehandicaptenzorg

De ouderenzorg is niet de enige sector die kampt met imagoproblemen, want ook over werken in de gehandicaptenzorg bestaan negatieve misvattingen. Ondanks het feit dat de gehandicaptenzorg een geheel andere sector is dan de ouderenzorg, hebben mensen nogal eens de neiging de twee met elkaar te vergelijken.

Dit komt met name door het verzorgende karakter, legt Ditte van Vliet uit, manager Kwaliteit met beleid bij Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). “In de gehandicaptenzorg is echter veel meer sprake van een activerend aspect. Veel mensen met een handicap kunnen nog meedoen in de samenleving, en zijn daar ook toe in staat als ze de juiste ondersteuning ontvangen.”

Daarnaast wordt de gehandicaptenzorg vaak gezien als een zachte sector, waarbij het vooral draait om zorg voor mensen met beperkingen als het syndroom van Down. Onterecht, benadrukt Van Vliet, want de doelgroep is heel divers en biedt veel interessante uitdagingen voor zorgmedewerkers.

Zo gaat het om mensen van alle leeftijden, variërend van gehandicapten met een zeer intensieve zorgvraag en ernstige gedragsproblemen tot mensen met meervoudige beperkingen. “Veel mensen hebben dus niet het juiste idee van wat werken in de gehandicaptenzorg inhoudt. Om het imago te verbeteren mogen we als sector wel iets brutaler zijn”, vindt Van Vliet.

Er lopen momenteel dan ook diverse campagnes om de zichtbaarheid van de gehandicaptenzorg te verbeteren en de inhoud van het werk beter voor het voetlicht te brengen. Daarnaast worden met de al eerder genoemde Arbeidsmarktagenda 2023 stappen ondernomen om het werken in de gehandicaptenzorg te verbeteren.

Bovendien wordt er hard gewerkt aan innovatie, bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan zelforganisatie. Als gevolg van de transitie van zorgtaken naar de gemeente worden in de gehandicaptenzorg meer verantwoordelijkheden bij medewerkers neergelegd.

Die toegenomen regie wordt door professionals erg enthousiast ontvangen, merkt van Vliet. Ze ervaren meer ruimte bij het uitoefenen van hun werk en kunnen sneller besluiten nemen over de invulling van zorg die in het belang zijn van cliënten. Ze is dan ook hoopvol over de invloed van zelforganisatie op de sector. “Deze nieuwe ontwikkeling werkt erg stimulerend en kan het imago van werken in de gehandicaptenzorg zeker vooruit helpen.”

Gerelateerde artikelen

In onze vergrijzende samenleving wonen ouderen steeds langer zelfstandig, in hun eigen woning. Dat stelt de nodige eisen aan de zorg en aan de woningen. Want niet iedere woning is…

De zorg rondom kwetsbare ouderen is een complex speelveld. Een specialist ouderengeneeskunde vormt als het ware de spin in het web, te midden van de mantelzorgers, de huisartsen, de verpleeghuizen…

Stijgende prijzen, te weinig nieuwbouw, jarenlange wachtlijsten in de sociale sector en een verduurzamingsopgave om u tegen te zeggen: de woningmarkt is volop in het nieuws. Hetzelfde geldt voor de…

Woningtekorten, het scheiden van wonen en zorg en een dubbele vergrijzing maken het ontwikkelen van voldoende, passend, betaalbaar en toekomstbestendig zorgvastgoed tot een uitdaging. Tegelijkertijd biedt de veranderende markt nieuwe…

Mijn broer Luuk is 69. Hij ging vijf jaar geleden met pensioen. Bij een respectabele werkgever heeft hij ruim 40 jaar het beste van zichzelf gegeven. Daarna vulden zijn dagen…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.