Hoe het leven in één klap kan veranderen

In Nederland zijn er per jaar 100.000 slachtoffers van seksueel geweld. Hiervan is 80 procent vrouw. Het meemaken van seksueel geweld is een zeer aangrijpende gebeurtenis en kan grote sporen achterlaten op het leven van het slachtoffer. Om de gevolgen zo veel mogelijk te beperken, dient snel en adequaat gehandeld worden na het meemaken van seksueel geweld. Dit is in veel gevallen echter makkelijker gezegd dan gedaan. Er heerst namelijk nog te veel een taboe rondom dit onderwerp.
Wat is seksueel geweld?
Iva Bicanic, klinisch psycholoog en hoofd Landelijk Psychotraumacentrum UMC/Centrum Seksueel Geweld, vertelt dat zij, als psycholoog en behandelaar, seksueel geweld definieert in de breedste zin van het woord: alle vormen van seks tegen iemands zin in. Dit kan hands on (aanrakingen of penetratie) en hands off (gedwongen worden naar porno te kijken) zijn.
“Het gaat hierbij om alle vormen van seks die je niet wilt of waar je nog niet klaar voor bent. Wanneer iemand over je seksuele grens heengaat, is dat seksueel geweld.” Dit is echter niet de definitie die in de rechtszaal gebruikt wordt voor verkrachting. Voor de Nederlandse wet is het een verkrachting als er sprake is van geweld en/of dwang.
Er moet bewezen worden dat de verdachte die dwang heeft gebruikt om daarmee de seks door te zetten terwijl het slachtoffer niet wilde. Niet altijd zijn dwang en/of geweld even makkelijk te bewijzen bij ongewenste seksuele handelingen, waarschuwt ze. Wat zij veelal hoort is dat mensen die tegen hun wil gezoend of aangeraakt worden, verlamd waren van angst en daarom niets hebben gedaan ondanks dat ze het niet wilden. De wetgever gaat ervan uit dat degene die de seksuele handelingen niet wil, deze gewoon kan stoppen.
In één avond getekend voor het leven
Als behandelaar kijkt Bicanic niet alleen naar wat er precies gebeurd is, maar juist ook naar hoe het voor iemand voelt. Zo zijn er mensen die na een verkrachting direct weer door kunnen leven, terwijl er ook mensen zijn die echt last ervaren van een kneep in de billen. De vraag die daarom altijd centraal moet staan: hoe beïnvloedt het iemands leven? Dat seksueel geweld een grote invloed heeft op het leven bewijst ook het verhaal van Sonja Graansma.
Toen Sonja op 8 september 2003 nietsvermoedend naar huis fietste, werd zij staande gehouden door een man die haar om de tijd vroeg. Op het moment dat zij haar telefoon uit haar binnenzak haalde om hem een antwoord te kunnen geven, trok hij een mes. Hij dwong haar mee te lopen naar achter een loods. “Ik probeerde hem ervan te overtuigen mij te laten gaan, maar tevergeefs. Daar aangekomen, moest ik mijn kleren uittrekken, waarna hij mij op verschillende manieren verkracht heeft.”
Tijdens de verkrachting overheerste bij Sonja de angst; de man had zich niet vermomd en geen bivakmuts op. Ze ging er dus vanuit dat hij haar dus niet zou laten gaan en dat ze deze avond niet zou overleven. “In mijn hoofd nam ik al afscheid van mijn ouders en toenmalige vriend. Ik bleef maar denken aan Marianne Vaatstra en dacht: hier zullen ze mij dan gaan vinden.”
In de hoop dat het snel voorbij zou zijn, deed ze wat hij vroeg. Nadat de dader klaar was, kleedde hij zich aan en gaf ook Sonja haar kleren. “Red je het verder zo?”, was zijn vraag aan haar, waarna hij wegliep. Met trillende handen kleedde ook Sonja zich zo snel mogelijk aan, pakte haar fiets en is als een idioot naar huis gefietst. De hele weg heeft ze geschreeuwd, omdat ze bang was dat hij zich zou bedenken en haar nogmaals zou pakken.
Het gevoel van een achtbaan
Vanaf het moment dat Sonja thuis aankwam, belandde ze in een rollercoaster vol heftige emoties. Gelukkig lukte het haar om direct te vertellen wat er gebeurd was en is ze niet direct gaan douchen om de sporen uit te wissen, merkt Sonja op. “Mijn moeder belde 112 en binnen no time was er een rechercheur bij ons thuis.
Vanaf toen begon het balletje te rollen.” Het is erg belangrijk dat snel gehandeld wordt in de eerste week na een verkrachting vertelt Bicanic. “In de eerste zeven dagen kun je dingen doen die daarna niet meer kunnen, op forensisch, medisch en psychologisch vlak.” Omdat er veel op het slachtoffer afkomt, pleit Bicanic voor goede ketenzorg zoals dat gebeurt in het Centrum Seksueel Geweld, waarbij een casemanager de verbindende rol heeft.
Deze persoon ondersteunt in het contact met de verschillende professionals (politie, ziekenhuis, psychologische hulpverlening), kan het slachtoffer geruststellen en adviezen geven, en kan stress, depressie of een eventuele posttraumatische stressstoornis (PTTS) tijdig opmerken. Omdat iedereen, hoe dan ook, zal reageren op seksueel geweld, is het krijgen van hulp belangrijk.
Delen van ervaringen met geweld
De maanden na de verkrachting tot aan de arrestatie in november leefde Sonja continu in angst, bang dat ze hem weer zou tegenkomen. Daarnaast had ze het gevoel dat haar hele omgeving een mening had over de gebeurtenis en dat waren niet enkel aardige reacties, benadrukt ze. Ze had veelal het idee dat ze niet begrepen werd. Zo snapten mensen om haar heen niet dat zij niet direct haar studie weer oppakte. Daarnaast ervaarde zij dat er weinig over het onderwerp gepraat wordt.
“Mensen vinden het een ongemakkelijk onderwerp. En wanneer er toch over gesproken wordt, zijn er vooroordelen of willen zij je direct helpen met allerlei oplossingen. Maar daar zit je dan op zo’n moment niet op te wachten.” Niet alle mensen die seksueel geweld meemaken, vertellen dit aan hun omgeving. De meeste onthullen zelfs niets, weet Bicanic uit haar eigen promotieonderzoek. Uit dit onderzoek kwam daarnaast naar voren dat jongeren die het wel vertellen, hier gemiddeld 21 weken voor nodig hebben.
En dat hoe langer het geweld voortduurt en hoe meer het in de familie plaatsvindt, hoe groter de kans dat het langer duurt voor iets onthuld wordt. Het niet delen van een dergelijke aangrijpende gebeurtenis heeft volgens Bicanic drie duidelijke redenen: angst (onder andere door bedreigingen van de dader), schuld (gevoel van medeplichtigheid aan de daad) en schaamte (over eigen lichamelijke reacties).
Daarnaast zijn veel mensen angstig voor de reactie van de omgeving, en dat blijkt helaas niet altijd ongegrond. “Er zullen altijd mensen zijn die bij een verkrachting denken: ‘wie gaat er nou om één uur ‘s nachts langs dat straatje fietsen?’. Dat ze dat denken is echt niet ok.” Hierdoor zijn er mensen die niet durven te spreken over het meegemaakte geweld, waardoor zij niet de hulp durven te zoeken die ze nodig hebben.
Er wordt, volgens haar, nog te weinig gerealiseerd dat seksueel geweld echt iedereen kan overkomen. “Mensen denken al snel: zoiets overkomt mij niet: not in my backyard, maar dat is echt onzin. Seksueel geweld komt in alle lagen van de bevolking voor, nu en morgen”, benadrukt Bicanic.
Leven na seksueel geweld
Sonja heeft, veertien jaar na dato, nog steeds last van haar verkrachting. Zo houdt ze altijd rekening met de locatie waar ze naartoe gaat; is het rustig of donker, dan gaat ze niet. En is ze altijd op haar hoede. Desondanks heeft ze haar leven weer kunnen oppakken en wil ze andere slachtoffers meegeven dat ook zij de regie weer kunnen terugpakken over hun eigen leven.
Belangrijk hierbij is om vooruit te kijken, vindt Sonja. “Je zicht is door de voorruit van je auto ook groter dan wat je kunt zien door de achterruitkijkspiegel. De spiegel kun je natuurlijk wel gebruiken om te zien wat je al bereikt hebt.”
Reactie
Geen reacties!
U kunt de eerste opmerking plaatsen.
Plaats een opmerking