Blijf op de hoogte

Shared decision making en ketenzorg bij boezemfibrilleren

“Hip en happening”, noemt Hans van Laarhoven, beleidsadviseur van De Hart&Vaatgroep, de huidige aandacht voor shared decision making. Hoewel de term wellicht vanzelfsprekend klinkt, is dat het zeker niet. Van Laarhoven onderscheidt een morele en instrumentele kant aan shared decision making.

Wat is de morele kant van shared decision making?

“Moreel wil zeggen dat je ook als zorgverlener er echt voor open staat om daadwerkelijk samen met de patiënt te overleggen en een besluit te nemen. In veel gevallen is het nu nog zo dat de arts bepaalt wat er gaat gebeuren en dat de patiënt het aanneemt als de waarheid.” Natuurlijk is er een verschil tussen kennis en kunde tussen arts en patiënt, maar dat wil niet zeggen dat de patiënt daarbij niet betrokken hoeft te worden.

Op het morele vlak valt volgens Hans van Laarhoven nog wel wat terreinwinst te boeken. Ook voor patiënten geldt dat ze er open voor moeten staan en hun rol en verantwoordelijkheid nemen. “Door gedeelde besluitvorming wordt het een deel van de patiënt zelf”, motiveert hij. Ook als het gaat om aandoeningen aan het hart- en vaatstelsel speelt dit een belangrijke rol, omdat het meespeelt in de mate waarin patiënten de regie houden over hun eigen ziekte en het inpassen in hun leven. Het is aangetoond dat betrokken patiënten ‘betere’ patiënten zijn, meer therapietrouw vertonen en meer gemotiveerd zijn om zelf aan de slag te gaan.

Wat is de instrumentele kant van shared decision making?

In shared decision making wordt veel nadruk gelegd op de instrumentele kant. Daarbij gaat het om hulpmiddelen bedenken en maken om de besluitvorming op papier uiteen te zetten en te bekijken wat de afwegingen zijn. Bijvoorbeeld keuzehulpen, om de voors en tegens van een bepaalde keuze goed inzichtelijk te maken, uit te zoeken en vast te leggen.

In het geval van boezemfibrilleren speelt een dergelijke situatie bijvoorbeeld bij de keuze voor antistollingsmiddelen. NOAC’s vereisen van de patiënt wel discipline, want er is niemand die helpt herinneren. De alternatieve vitamine k-antagonisten vragen instelling door de trombosedienst, die daardoor wel kan functioneren als hulp bij goed gebruik. “Dat is een afweging die voor iedere individuele patiënt belangrijk is. Zo zijn er veel keuzes die arts en patiënt samen kunnen maken.”

Regionale ketenzorg voor boezemfibrilleren

Tegelijkertijd wordt de ketenzorg rondom boezemfibrilleren momenteel beter georganiseerd, omdat daar behoefte aan blijkt te bestaan. Na het Connect-project van de NVVC (Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie), waarbij het focus lag op acuut hartinfarct, krijgt nu boezemfibrilleren een kans om de regionale ketenzorg voor deze aandoening beter te organiseren.

Van Laarhoven: “De cardioloog doet meestal de diagnose, zoekt naar de oorzaak en een goede aanpak. Het onderhoud kan vervolgens door de huisarts opgepakt worden. Daar zit al een uitwisseling in, maar het kan beter geregeld worden. Behalve voor boezemfibrilleren wordt nu ook voor hartfalen een dergelijk Connect-project opgezet.” Het project voor boezemfibrilleren is begin november 2015 gestart. Punt is wel dat er minder concrete zaken zijn, zoals bij acuut hartinfarct, waar je op kunt sturen. Maar: “De intentie is goed en iedereen is enthousiast om deze ketenzorg beter te maken.”

Gerelateerde artikelen

Elk pak sigaretten is er een teveel. Blijf je hiermee doorgaan dan loop je extra risico op een hartritmestoornis, zo suggereren onderzoekers van de Imperial College London. Meer specifiek atriumfibrilleren,…

Peter kreeg zo’n veertien jaar geleden op tweede kerstdag plots last van hartkloppingen. Hij omschrijft het als stevig gebonk op zijn borst dat ongeveer twee uur bleef aanhouden. “Ik herinner…

Ben jij buschauffeur of verpleegkundige? Dan heb je extra reden om je hartslag goed in de gaten te houden. Volgens Zweedse wetenschappers gelden deze beroepen onder meer als meest stressvol,…

Patiënten met atriumfibrilleren (AF) zijn gebaat bij een zo compleet mogelijk pakket aan zorg met een nauwelijks merkbare scheiding tussen de eerste en de tweede lijn. Martin Hemels, projectleider van…

Ongeveer een op de veertig mensen in Nederland heeft trombose en dagelijks komen hier mensen bij. Er bestaan nog veel misverstanden over trombose: zo wordt vaak ten onrechte gedacht dat…

Reactie

Plaats een opmerking

Onthoudt mijn naam en e-mailadres in de browser voor de volgende keer dat ik een opmerking plaats.